onbepaald lidwoord 1.0
(taal en taalkunde)
Algemene voorbeelden
Er zijn een aantal observaties gedaan op het gevonden materiaal: 'diegene' verwijst wel altijd naar een woordgroep in de voorafgaande tekst, die woordgroep heeft een onbepaald lidwoord (een jongen) of voornaamwoord (iemand) of een telwoord (sommige mensen), maar niet 'alle' of 'beide' (het is 'existentieel gequantificeerd'), en die woordgroep zit altijd ingebed in een conditionele constructie (bv. bijzin met 'als', maar niet met 'omdat').
Globaal gesproken kan men zeggen dat het Hebreeuwse bepaalde lidwoord ha-/he- gebruikt wordt waar het Nederlands het ook zou gebruiken. Het is juist dat onbepaaldheid wordt uitgedrukt door géén lidwoord te gebruiken. Maar als men het zo stelt is dat misleidend, want het omgekeerde is niet waar: het ontbreken van het prefix ha- (of de resterende vocaal /a/ of /e/ ervan in ba-/be-, la-/lé- enz.) betekent beslist niet dat men een onbepaald lidwoord erbij moet denken.
Via de communicatieve aanpak verwerft de cursist automatisch een degelijke grammaticale kennis. In het 1° jaar is dit o.a.: - de tijden - de hulpwerkwoorden zijn, hebben en kunnen - de lidwoorden: bepaald lidwoord en onbepaald lidwoord [...] - de telwoorden: hoofdtelwoorden, rangtelwoorden en data.